Lokale opslag lijkt te zijn uitgeschakeld in uw browser.
Voor de beste gebruikservaring, moet u lokale opslag inschakelen in uw browser.

vetzuren

Vet, vetten en vetzuren

HOEVEEL VETTEN HEB JE NODIG?


Over vetten zijn de inzichten in de afgelopen 20 jaar enorm veranderd. Was het eerst “let op vet” nu mag roomboter weer. Zo is Joris Driepinter met 3 glazen melk per dag ook overleden door voortschrijdend inzicht, de continue ontwikkeling in de wetenschap.

Vetten bestaan uit vetzuren.

Er zijn verzadigde vetten, enkel-voudig onverzadigde vetten, meervoudig onverzadigde vetten (de omega’s), transvetten, harde vetten en zachte vetten. Belangrijk is te weten dat goede vetten vloeibaar zijn, dus niet gehard. Transvetten zijn uit den boze, de industrie werkt ook hard om deze volledig uit de productie te bannen.

Verschillende soorten vetzuren, drie hoofdcategorieën:

Verzadigde vetzuren: Deze vetzuren hebben geen dubbele bindingen tussen de koolstofatomen. Alle koolstofatomen zijn "verzadigd" met waterstofatomen. Ze zijn meestal vast bij kamertemperatuur en worden voornamelijk aangetroffen in dierlijke producten zoals vlees, zuivelproducten en eieren, evenals in sommige plantaardige oliën zoals kokosolie en palmolie.


Onverzadigde vetzuren: Deze vetzuren hebben één of meerdere dubbele bindingen tussen de koolstofatomen. Afhankelijk van het aantal dubbele bindingen, worden ze verder onderverdeeld in enkelvoudig onverzadigde vetzuren (één dubbele binding) en meervoudig onverzadigde vetzuren (meerdere dubbele bindingen). Onverzadigde vetzuren zijn meestal vloeibaar bij kamertemperatuur en worden aangetroffen in voedingsmiddelen zoals vis, noten, zaden, olijfolie en avocados.


Transvetzuren: Deze vetzuren ontstaan door een specifiek productieproces waarbij onverzadigde vetzuren gedeeltelijk worden gehard. Ze worden vaak aangetroffen in bewerkte voedingsmiddelen zoals gebak, koekjes, margarine en sommige fastfoodproducten.

Vetten bij voorkeur meervoudig onverzadigd en plantaardig. Bakken en braden kan in kokosvet maat bijvoorbeeld ook in ghee.

overzicht vetzuren per dag

Volgens de Gezondheidsraad mag ongeveer 30% van de dagelijkse energie uit vet afkomstig zijn. Bij een gemiddelde calorie-inname van 2500 kcal betekent dat 750 kcal uit vet, oftewel 78 gram vet per dag. Let wel, dan dus maximaal 1750 kcal uit proteïnen en koolhydraten. In gewicht is dat ongeveer 250 gram. Dit is een moeilijke verhouding, maar geeft aan dat goed vet kan en mag, maar wel met inachtneming van het aandeel in de totale energie-voorziening.